Vandaag stappen we met z’n allen in de Flåmsbana, misschien wel de mooiste treinreis van
Noorwegen. De groene wagons staan al klaar op het kleine station van Flåm, dat knus
tussen de hoge bergen ligt. Iedereen zoekt een plekje bij het raam, we weten dat dit geen
gewone treinrit wordt.
Als de trein begint te rijden, glijden we langzaam het dal uit. Aan beide kanten rijzen de
bergen steil omhoog. We zien houten huisjes, wilde rivieren en watervallen die langs
rotswanden naar beneden storten. Na elke tunnel volgt weer een “wow”, alsof we in een
ansichtkaart zijn beland. Fototoestellen klikken, telefoons filmen, het is bijna een sport om
het mooiste uitzicht vast te leggen.
Halverwege stopt de trein bij de beroemde waterval Kjosfossen. Het dondert en spat, en we
stappen uit voor een korte stop. Terwijl we staan te kijken naar het natuurgeweld, klinkt er
ineens muziek. Op een rots verschijnt een mysterieuze vrouw in een rode jurk, de Hulder uit
de Noorse legendes. Ze danst en zingt, haar stem echoot tussen de bergen. Vooral de
mannen lijken even betoverd.
We rijden verder, steeds hoger de bergen in. Soms hangt er mist over het spoor, dan ineens
breekt de zon weer door. Noorwegen laat vandaag alles zien: zon, wolken, regen én natte
sneeuw. Het past allemaal bij deze ruige treinreis vol contrasten.
De sfeer in de trein is vrolijk en verwonderd. We wijzen elkaar op wat we zien, schuiven op
voor het perfecte plaatje, lachen om de chaos bij het raam. Samen zo’n rit beleven maakt
het nog specialer.



